Ga naar de inhoud
Home » Blogs » Je moet het vraagstuk rond lood niet te zwaar maken

Je moet het vraagstuk rond lood niet te zwaar maken

Erik Burggraaff en het lood in onze bodem

Op verschillende plekken in Noord-Holland zit lood in de bodem. Opname van lood in het lichaam kan een nadelig effect hebben op de ontwikkeling van de hersenen. Kinderen van nul tot en met zes jaar lopen hierbij het grootste risico. Zij kunnen lood binnenkrijgen door bijvoorbeeld hun vingers in hun mond te steken tijdens het spelen op een bodem met lood.

We citeren een voorlichtingsmemo op de website van de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord. Erik Burggraaff, geboren en getogen in het West-Friese Hoorn, weet er alles van. ‘Lood is met de bedrijfsvoering door de eeuwen heen in de bodem terecht gekomen. Denk aan de leerlooierijen in De Rijp of de scheepsbouw in Zaandam, met zijn menie en loodwit. Daarnaast in het hele land de traditionele huizenbouw met zijn loden daken en leidingen. Sinds het RIVM de normen voor het toelaatbare loodgehalte heeft vastgesteld, kunnen we de omvang van deze kwestie in beeld brengen. En dat is goed, begrijp me niet verkeerd. Maar je moet het vraagstuk rond lood niet te zwaar maken.’

Erik is in deeltijd werkzaam als vergunningverlener bij de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord. ‘Ik stroomde daar in vanuit de provincie, toen er robuuste omgevingsdiensten voor vergunningverlening en toezicht & handhaving werden opgezet. Het reguleren van milieuzaken en het toezicht moest na de commissie “Mans” nationaal verbeterd worden. Vandaar die nieuwe omgevingsdiensten. Het bodemvraagstuk heeft mij getrokken vanaf de allereerste grote zaken – denk daarbij aan de Volgermeerpolder en talloze terreinen van oude gasfabrieken. Dan doel ik niet alleen op de technische kant van de zaak – ik ben een techneut die graag dingen uitpuzzelt en oplost – maar ook het sociale aspect. Voorlichting geven met kennis van zaken. Mensen wijzer maken over de gevolgen die een milieuopgave voor ze heeft. Met het belang van de volksgezondheid voorop. Dat ligt ook in de lijn die Bisschop + Partners voorstaat.’

Dik water 

‘Via Bisschop + Partners zet ik mij als adviseur bodem ook in bij de Omgevingsdienst Regio Utrecht waar ik projecten uitvoer voor onder andere De Ronde Venen – zeg maar het gebied rond Vinkeveen. Men beweert weleens dat wij in Nederland bouwen op dik water. Nou, in het gebied waarover ik het heb is dat zeker aan de orde. We leven daar op een bodemlaag van vergane vegetatie, turf dus. En turf is eeuwenlang de brandstof van onze burgers geweest. Die werd niet alleen in Drenthe maar ook in het Hollandse en Utrechtse laagveen gestoken. Met als gevolg dat de bodem daalde en de zoetwaterplassen oprukten. Leuk voor de recreatie. Maar als je daar huizen wilt bouwen, moet je de grond ophogen. Dat gebeurde met grond die vrijkwam uit de grote steden. Waar, je raadt het al, eeuwenlange bedrijvigheid voor het lood in de bodem had gezorgd.’

Interieur leerlooierij

Interieur leerlooierij, foto: IJ.Th. Heins

Aardbeienplantjes

‘In De Ronde Venen hebben we nu een handelingskader met verschillende fasen en prioriteiten opgesteld. Daarbij is het risico van blootstelling aan het lood leidend. Het gaat dan niet alleen om de hoeveelheid lood die we aantreffen. Ook telt de mate waarin een persoon daarmee in aanraking kan komen. En de bestemming van de bodem in kwestie. Neem de kleuters uit het voorlichtingsmemo. Die komen dagelijks in de speeltuin of op de speelplaats van hun school. En jonge kinderen nemen, zoals dat in vaktermen heet, organoleptisch waar. Oftewel, ze gebruiken al hun zintuigen om hun omgeving te ontdekken. Daar moeten we dus snel ingrijpen. Het recreatiegebied waar ze misschien eenmaal per maand komen, staat minder hoog op de actielijst. Tuinen in woonwijken, waar de kinderen vaak zijn, hebben nu de aandacht, evenals volkstuinen. Maar – om eens een oudere discussie aan te halen: de grond hoeft niet overal zó schoon te zijn dat je er aardbeienplantjes kunt kweken.’

Kunstgras

‘Samengevat kun je stellen dat we een doeltreffend loodbeleid voeren. De risico’s zijn geduid en de acties worden genomen. Maar we kunnen niet alles tegelijk aanpakken. Moet iedereen tot die tijd zijn speelse kleuters dan maar binnenhouden? Welnee. Er zijn maatregelen die we snel kunnen nemen. Wat we nu al doen is bijvoorbeeld het toepassen van afdekkingsmaterialen zoals kunstgras en rubberen tegels. En schoon, gecertificeerd speelzand voor in de zandbakken is overal verkrijgbaar. We kunnen met onze kennis van nu de risico’s te lijf gaan waar en wanneer dat nodig is. Onze kinderen en wijzelf staan niet permanent en overal aan loodvergiftiging bloot. Je moet het in verhouding zien. Dat bedoel ik dus met: de kwestie niet te zwaar maken.’

Advies nodig bij bodemvraagstukken? Wilt u weten wat Bisschop + Partners voor uw organisatie kan betekenen?