Kans of effect, wat bepaalt onze risicobeleving?

Door: Bisschop + Partners 29-5-2019

Categorieën
:
Blog,

Een krantenartikel over de schade door de ’gasbevingen’ in Groningen stelde ‘Veiligheid is meer dan het berekenen van de kans dat een gebouw instort’ (Volkskrant, 01-05-2016).

Risicobeleving of risicoberekening?

Hiermee wordt de kern van het verschil tussen risicobeleving en risicoberekening aangestipt. Risicobeleving is afhankelijk van meer variabelen dan kans en effect. Hoe wordt het risico van wonen in Groningen ervaren? De nabijheid van hoogspanningsleidingen? Roken, verkeersdeelname, kerncentrales? Waarom stellen we ons vrijwillig bloot aan risico’s die we niet accepteren als ze ons zouden worden opgelegd? Moet er bij het bepalen van de aanvaardbaarheid van risico’s niet alleen rekening gehouden worden met de grootte van het risico maar ook met de risicobeleving?

Beoordelen van risicosituaties

Wel of niet roken

Afhankelijk van de risicosituatie wordt een groter belang gehecht aan de kans of het effect. Voor roken is het effect door de voorlichting inmiddels bij iedere (potentiele) roker bekend. Om die effecten nog duidelijker zichtbaar te maken, is in de Tabakswet de verplichting opgenomen om op verpakkingen van rookwaar foto’s te plaatsen die de effecten van roken weergeven.

De roker schat zijn kans dat hem of haar dit overkomt zo klein in dat hij de voordelen van het roken zwaarder laat wegen dan de mogelijke gevolgen. Het risico wordt vrijwillig aangegaan en de persoon heeft het gevoel dat hij invloed heeft op het risico.

Blootstelling aan elektromagnetische straling

De blootstelling aan elektromagnetische straling wordt door de blootgestelden heel anders ervaren. Het gaat hier om zowel hoog- als laagfrequente straling die veroorzaakt wordt door hoogspanningsleidingen, GSM antennes maar ook door de mobiele telefoon. Hier wordt het effect zwaarder gewogen dan de kans. Blootstelling zou kunnen leiden tot leukemie bij kinderen (hoogspanning tracé), hoofdpijn, vermoeidheid of concentratiestoornissen (GSM masten) of hersentumoren (mobieltje).

Ondanks het feit dat de relatie tussen de genoemde effecten en de elektromagnetische straling van hoogspanning en GSM antennes niet onomstotelijk vaststaat, veroorzaken deze effecten veel onrust. Ook het mogelijk schadelijke effect van de hoogfrequent straling van het mobieltje is nooit aangetoond. Wel hebben marktpartijen gebruik gemaakt van de angst om hoesjes voor de mobiele telefoon te verkopen die de straling zou tegenhouden. Hiermee krijgt de gebruiker weer het gevoel dat hij invloed heeft op het risico.

Voors en tegens afwegen bij risico’s

Wat ook een rol speelt bij de ervaring van risico is of de betrokkene profijt heeft van de risico veroorzakende activiteit. Neem bijvoorbeeld de gaswinning in Groningen. Het standpunt van Groningen en van de daar wonende bevolking is dat zij geen baat hebben bij de financiële opbrengst van de gaswinning maar wel met de consequenties zitten. Met name voor de individuele burger die al meerdere keren door een beving getroffen zijn en materiele schade hebben geleden, zijn de gevolgen groot. Dit uit zich niet alleen in materiele schade maar ook in een psychisch en fysiek onwelbevinden.

Zachte factoren bij het beoordelen van risico’s

Wat doet de overheid aan het beheersen van de risico’s waaraan de bevolking blootstaat. De wet- en regelgeving gaat uit van het risico als zijnde de kans op een gebeurtenis en het effect. Het effect wordt gemeten in aantal doden. De begrippen die worden gebruikt zijn individueel risico, de kans dat iemand komt te overlijden en het groepsrisico, de kans dat een groep mensen van een bepaalde grootte overlijdt. Op deze manier is een risico kwantificeerbaar en zijn risico’s van verschillende aard met elkaar te vergelijken. Dit is een rationele benadering. Hierbij wordt voorbijgegaan aan de vraag hoe de bevolking een risico ervaart en hoe zij dit risico beoordeelt. Dit zijn variabelen die afhankelijk zijn van emotie, sociale omstandigheden, behoeften, politieke visie, etc. Dit zijn zachte factoren die niet is een formule zijn te vatten.

Hoe ga je om met zachte factoren als overheid?

Kun je zachte factoren in beleid vatten? Volgens vele regeringen is kernenergie een veilige manier van energieopwekking. Het beleid is om kerncentrales ver van bewoonde gebieden of aan de landsgrens te bouwen. Het officiële standpunt van betreffende landen is dat de gekozen locatie om een aantal redenen de uitgelezen locatie voor de centrale is. Het potentiele risico van de centrale lijkt niet bij de beslissing betrokken. Een kerncentrale die de laatste tijd in het nieuws is vanwege storingen is de kerncentrale Doel welke dicht bij de Nederlands-Belgische grens staat. Is dit beleid?

Om grip te houden op de mate waarin de burgers risico ervaren is een goede communicatie tussen overheid, risicoveroorzakers en bevolking essentieel. Maar al te vaak zien we dat het op dit gebied knelt. Een recent voorbeeld daarvan is de Q-koorts. Hoewel de signalen dat de ziekte zich via geiten verbreidde duidelijk waren, heeft de overheid verzuimd hierop adequaat te reageren. Hierbij zijn niet alle belangen en de mogelijke effecten van keuzes goed afgewogen.

Hoe lang heeft het geduurd voordat de overheid de signalen uit Groningen over ‘gasquakes’ serieus nam? Hier is een proces doorlopen van ontkenning, relativering, onderzoek naar uiteindelijk maatregelen in de vorm van het verminderen van de gaswinning.

Voorbeelden van succes met omgaan van zachte factoren

Heeft de overheid geleerd? Er zijn wel degelijk goede voorbeelden te noemen waarin de overheid naar de bevolking heeft geluisterd. Zo’n voorbeeld is de opslag van het broeikasgas kooldioxide in lege gasvelden. Bewoners van Barendrecht waar een ondergrondse opslaglocatie zou komen, hebben zich verzet tegen de opslag van kooldioxide in een nabijgelegen gasveld. De overheid heeft hier meer gewicht gehecht aan de zachte argumenten van de gemeente dan aan de technologische argumenten die aangaven dat de opslag geheel veilig is.

Discussiëren als oplossing om risico’s in kaart te brengen

Om risico’s goed af te kunnen wegen, is het noodzakelijk dat er discussie wordt gevoerd tussen de rationele aanpak met de risicoberekeningen en de subjectieve benadering vanuit de emotie en gevoelsmatige risicobeoordeling. De overheid zal hier meer dan tot nu toe een regisserende taak moeten hebben en uiteindelijk de beslissing moeten nemen.

Aanbevolen literatuur